Weblog

Reader’s Digest

Zou je een drama-king kunnen zijn?
‘Een drama-king? Ik? Himmelhoch jauchzend ben ik zeker, maar zum Tode betrübt? Als de juichende kant een meter hoog is, dan is de treurende kant een halve meter. Ben je dan een drama-king?’

 

Waarom trek je een gekke bek op zo ongeveer elke jeugdfoto?
‘Ik was de zesde uit een gezin met negen kinderen. Om een plek te vinden en om aandacht te krijgen moest je van alles doen: gekke bekken trekken, rare verhalen vertellen. O ja, Ernst leeft ook nog. Ik heb een geweldige jeugd gehad, hoor. Ik kom uit een keurig, christelijk, vrij gesloten gezin. Mijn moeder regelde het huishouden. Ze was een nichtje van Bertus Aafjes en kwam uit een aristocratische famIlie van notarissen en hoofden der scholen enzo. Mijn vader was een boerenzoon. Mooie, beresterke vent. Van melkrijder op het Oost-Groningse platteland had hij zich opgewerkt tot onderdirecteur bij een houtwarenfabriek. Ik zie mijn vader op zijn motorfiets, in de sneeuw, slee erachter gebonden en rondjes rijden. Als je van Stage de slee donderde, reed je vader gewoon door.
‘Het kunstzinnige heb ik van mijn moeder. De radio stemde ze altijd af op klassieke muziek. Op Studio Brussel luisterden we elke zondag een uurtje naar Etienne Vanneste met bel- canto, hét moment van rust in het gezin. Niemand had de behoefte aandacht te trekken, ook ik niet. Mijn moeder zorgde ook voor een platenspeler, met platen van Renata Tebaldi, Elisabeth Schwarzkopf en Maria Callas. Als ik Callas hoorde, kreeg ik kippenvel tot in mijn bilnaad. Haar stemvoering, registerovergangen en toonvorming waren niet altijd perfect, maar ze zong zo ingeleefd, zo authentiek … Fenomenaal.’

 

Wat stem je?
‘Bij de laatste verkiezingen heb ik VVD gestemd. Voor het eerst. Mijn leven lang heb ik links van het spectrum gestaan: PvdA, SP, GroenLinks. In de jaren zeventig was ik een enorme fan van Joop den Uyl, die man heb ik aanbeden. Ik denk nu dat een goede verdeling tussen rijk en arm niet genoeg is om Nederland uit de crisis te trekken. Dat moet gebeuren door ondernemers die hun nek durven uit te steken en banen creëren. Tot die groep behoor ik zelf: ik heb twee bv- tjes. Sociaal bewogen ben ik nog steeds, maar ik kies nu voor mezelf.’

 

Wat leert een mens van konten wassen en urinaals verschonen?
‘Het leven. Het échte leven. Ik ben op mijn achttiende de verpleging ingegaan met als droom mensen te opereren en weer dicht te naaien, maar ik mocht voorlopig pislakens afhalen en snot afvegen. Wat ik zag, was het voorportaal van de dood. Demente mensen zaten kwijlend over een bakkie koffie uit het raam te staren. Ik moest een prachtige, adellijke vrouw die een hersenbloeding had gehad een warme hap voeren. Met haar ogen probeerde ze mij duidelijk te maken dat ze niet meer wilde eten. Ze kon wel knikken, maar ik wist niet zeker of ja ja was. Ze bleef me maar aankijken. Help, verlos mij. ‘Ik trok mijn eigen spoor. Veel mensen in het verpleeghuis kwamen nooit meer buiten. In mijn vrije uren zette ik die ouwe wijven in mijn Eend en jakkerde met ze door de Achterhoek, pannenkoeken eten in het pannenkoekenhuis. Ik werd bijna ontslagen omdat ik ze zou hebben ontvoerd, weet je wel. Geweldige tijd. Véél van geleerd. Door dat intermenselijke contact kon ik mij later makkelijker inleven in de drama’s en de heftige emoties van een opera. Want daarin gaat het ook over eenzaamheid, verlatenheid, verdriet, beperking en pijn. Ik had een paar referentiekaders – van het échte leven.’

 

Wat maakt jouw zangstem onderscheidend?
‘Ik ben een lyrische, Italiaanse bariton. Mooie, ronde klanken, verzorgd geluid. Ik heb geen grote stem, dus ik moet moeite doen over een groot orkest heen te komen. In mijn genre, het belcantorepertoire, houdt een componist daar rekening mee. De zanger gaat voor. Kom je bij de romantici, bij Verdi of Wagner, dan ben jij eigenlijk de begeleiding van het orkest.’ Critici vielen vaak over jouw ‘kleine bereik’. ‘Ja. Van dirigenten voelde ik wel vertrouwen, maar als ik op het podium stond, dacht ik: in de zaal zal er wel weer eentje zitten die mij ruk vindt. Morgen moet ik weer lezen dat ik niets ben. Ik ben vooral negatief beoordeeld over randverschijnselen. Ik was te dik, te populair, te opdringerig of ik had een te grote waffel. Zelden of nooit ging het over mijn stem of de interpretatie van mijn rol. Ik ben kwetsbaar, hè. Ik sta gevild en bloedend open bij alles wat ik doe. Dus ik ben makkelijk te raken.’

 

Ben je bang voor de dood?
‘Welnee joh. Ik heb een mooi leven gehad.’ Leugenaar. ‘Ik ben bang om vroeg dood te gaan. Ja. Maar ik ben te oud om vroeg dood te gaan. Aan de andere kant: ik heb nog zoveel te doen! Elke dag… elke dag gaat het wel door me heen. Straks ben je dood. En dan? Ik reed toevallig net langs een begraafplaats. God, daar kom ik straks te liggen. Mijn dochter Coosje brengt een bloemetje, bij haar opdringerige vader die zich met alles bemoeide, wat ze ook wel weer leuk vond.
‘Ik ben nu 57. Van huis uit heb ik last van overgewicht en hoge bloeddruk, maar ik laat me elk jaar controleren door Prescan. Het ziet er allemaal nog goed uit. Mijn vader werd 65, dus met een beetje mazzel heb ik nog acht jaar. Anders ga ik mijn moeder achterna, dan is het over vijf jaar al gebeurd.’

 

Hoe stel je je de dood voor?
‘Pikzwart. Afgelopen. Niks meer.’

 

Muziek bij de uitvaart?
‘Siegfried’s Trauermarsch van Wagner. En het laatste deel van Tsjaikovski’s zesde symfonie. Op mijn begrafenis moet iedereen droevig zijn. Janken, stelletje krengen, janken zullen jullie! En daarna naar de kroeg. Feesten. Keten! Vier het leven, vier mijn leven.’

 

Wat is je kostbaarste bezit?
‘Toen mijn moeder in 1984 overleed, moest het huis leeg. In een linnenkast vond ik een verborgen bundeltje brieven. Laat dat nou precies een correspondentie zijn tussen mijn vader en moeder in de zomer van 1952 tot de zomer van 1953! Dat was mijn conceptie! Mijn vader werkte toen in Enschede, mijn moeder zat in Apeldoorn. Ik kon precies lezen hoe mijn moeder mijn zwangerschap heeft beleefd. Dan weet je: je bent niet gewenst. Mijn moeder had mij liever niet gehad.’

 

Wat deed dat met jou?
‘Ik vond het superleuk om te lezen.’

 

Echt waar?
‘Ik kan mij zo goed voorstellen dat ze geen zesde kind meer wilde. Ja zeg, dat ga ik toch niet op mezelf betrekken?’

 

Waarom geeft het spelen van een slechterik toch zoveel voldoening?
‘Brave mensen zijn oersaai. De tenor is meestal de hersenloze amant, de liefhebbende sukkel die niet eens weet hoe je wraak moet nemen. Don Ottavio, bijvoorbeeld. Man, sla ’m op zijn muil! Als bariton mag je in de opera vaak de obscure figuren spelen. Onbeschaamd mag je je zwarte kant laten zien. In hoeverre zit Mephisto in mij? Of Jago? Alles wat mooi is in de wereld wil hij kapot maken. De jaloezie, het nihilisme, de afbraak … ja, gewéldig.’

 

Hoe haalt een gelouterde operazanger het in z’n malle hersens om voor die oppervlakkige, plastic wereld van de musical te kiezen?
‘Nou, je kunt veel zeggen over Les Misérables, maar die musical is niet oppervlakkig of plastic. Het is een fenomenaal stuk werk. Je kunt wel zeggen dat The Sound of Music een zoete stroopwafel is, maar dat is zo’n klassieker … Maar goed, mijn overstap van opera naar musical was twintig jaar geleden inderdaad not done. Ik pleegde verraad. Ik besmeurde mijn nest. Maar na een paar musicalproducties ben ik weer keurig de Matthäus-Passion gaan zingen, hoor. Mensen praten nooit over de musicalster Ernst Daniël Smid. Daar ben ik blij om.’

 

Want? ‘Ster vind ik een afschuwelijk woord. Tegenwoordig is iedereen die een scheet laat op toneel een musicalster. Musical als kunstvorm is überhaupt zwaar overschat. Alles is musical, daar word je toch ziek van? Je hebt nu Anne Frank, de musical. Hoe haal je het in je hoofd?’

 

Wie is jouw meest geliefde componist?
‘Heel lang waren dat Mozart, Verdi en Bach. Aan Puccini ben ik verslaafd geweest. Nu is het Tsjaikovski. Het megalomane en misantropische van die man fascineren mij mateloos. Hij vocht tegen zijn homoseksualiteit, dat ervoer hij als een straf, ook al had hij zijn uitspattingen. In het benepen Russische kunstwereldje moest hij knokken om geaccepteerd te worden, terwijl Tsjaikovski in zijn tijd al wereldberoemd was. ‘Veel van zijn werk eindigt in mineur. Ik zou het aanmatigend vinden om te zeggen dat ik zo’n groot kunstenaar doorgrond, maar de aflopende lijnen in zijn melodieën kan ik beter plaatsen. Als je met zo’n goddelijk talent de verbinding bent tussen het hemelse en het platvloerse menselijke, ben je een gekweld mens. Een roos in een veld distels. Kort voor zijn dood schreef Tsjaikovski de zesde symfonie. Als ik dan luister naar de eenzaamheid en de verlorenheid van het laatste deel … Pampam- paaa-diedam … Dat is zo mooi, zo megamooi. Elke keer weer schiet ik vol’

 

Heb je wel eens iets gestolen?
‘Jawel. Een paar keer. Een pakje Caballero of een aansteker, uit het snuisterijenwinkeltje in ons dorp. Voor mijn oudere broer. Dan waren we vrienden, weet je wel. Dan hoorde ik erbij.’

 

Wat was de laatste jaren een belangrijke stap in jouw persoonlijke ontwikkeling?
‘Heel lang ben ik verknocht geweest aan mijn familie. Ik was enorm begaan met het wel en wee van mijn broers en zussen. Zes jaar geleden heb ik dat allemaal afgelegd. Ik ben verhuisd van de Achterhoek naar Bussum. Ik was er klaar mee. Al dat onderlinge gekis- sebis, de naijver, de frustraties … Als je met de ene broer goed overweg kon, vond de andere zus het weer niet goed. Ik heb het leren begrijpen. De kern van het probleem ligt in onze jeugd: gebrek aan aandacht. Mensen zijn verzopen.’

 

Jij ook?
‘Ik ook. Als kind was ik niet altijd gelukkig. Absoluut niet.’

 

Eerder noemde je je jeugdjaren ‘geweldig’.
‘Ik heb een onbezorgde jeugd gehad. Met vaste waarden en normen, duidelijke regels. Daar kon ik mij aan vasthouden. Ik kan en mág mijn ouders niets kwalijk nemen, maar het afgodsbeeld dat ik van mijn vader had, bestaat niet meer. Na zijn dood in 1981 heb ik daarmee afgerekend. Mijn vader kon het gezin gewoon niet aan. Hij was dictatoriaal. Wat hij zei, was waar. Als je daar iets tegenin bracht, was zijn blik zo dodelijk dat je gauw je mond hield. ‘Ik besef nu pas wat ik in die jeugdjaren heb gemist. Ik ben nooit gezien. Ter compensatie heb ik mijn leven lang een drang gehad mij te manifesteren. Ik sta toch niet voor niets op het podium? Met een beetje goede wil kun je zeggen dat ik er nog een aardige carrière heb uitgehaald.’

 

Wat was jouw meest glorieuze moment als operazanger?
‘Ik ben heel trots op Lieder eines fahrenden Gesellen van Gustav Mahler. Dat stuk gaat over een man die rond trekt en liefdesverdriet heeft. Ik mocht zingen bij het Nationale Ballet gala in de jaren tachtig; Beatrix was daar ook aanwezig. Ik stond in de orkestbak, ter ondersteuning van de dansers. Niemand van het publiek kon mij zien. Heel veilig. Ik voelde geen druk. Alles ging goed, die avond. Bloedmooi gezongen – ik leefde in het moment en versmolt met de muziek. Fucking hell!’

 

Wat is jouw grootste nachtmerrie?
‘Dat ik stik. Een paar keer per jaar komt die droom terug. Ik kruip ergens in en kan niet meer terug. De ruimte wordt steeds nauwer. Geen adem meer. Gierend gek word ik dan wakker. Daar zal vast een hele plausibele verklaring voor zijn die ik niet eens wil weten. Benauwenis. Angst voor ontmaskering: zie je wel, hij kan niks. ‘Ademnood is mij niet vreemd. Als jongetje had ik een soort pseudokroep: door ontsteking van de slijmvliezen krijg je zwellingen waardoor de bovenste luchtwegen worden dichtgeknepen. Twee keer hebben ze een pijpje door m’n strot moeten duwen om mijn leven te redden.

 

In het voorwoord van Het Kind en Ik, een boekje over de jeugdherinneringen van Hans van Mierlo, schrijft Connie Palmen: ‘Hij wil dat het dit keer eens lukt met de liefde, en als ik hem heb gevraagd hoe ik dat moet aanpakken, zegt hij dat het al heel wat zou zijn als ik van het jongetje kon houden dat hij in zich heeft.’ Herkenbaar?
‘Het jongetje in de man, jaja. Zes jaar geleden heb ik een korte theatertour gemaakt met als leidraad: waar is dat jongetje in mij gebleven? Wie heeft hem vermoord? Wat heb ik eraan gedaan om dat te voorkomen?’

 

Waar staat dat jongetje voor?
‘Voor openheid. Onbevangenheid. Verbazing. Blijheid. Dat kind is het meest waardevolle dat je in je leven bij je draagt. Veel mensen zijn het kind in zichzelf kwijt. Ze zijn cynisch geworden. Ik heb hem weer adem gegeven en tot leven gewekt. Kijk, je carrière loopt langs allerlei kliffen: faalangst, vocale crises, tegenslag. Tot het moment dat ik besloot om eens werkelijk te genieten van Bach, Verdi en Puccini. Dan komt er een soort kinderlijke verbazing over je … Geweldig.’

 

Wonderlijke samenloop: zes jaar geleden besloot je je ook af te wenden van je broers en zussen.
‘Breken met mijn familie was waarschijnlijk een belangrijke stap om dat jongetje terug te halen.’

 

Klassieke muziek in de media: wat is jouw grootste gruwel?
‘Die heb ik niet. Een ieder die met klassieke muziek bezig is, heeft mijn zegen. Het enige probleem is dat de publieke omroepen geen klassieke muziek op televisie meer aanbieden, althans, niet meer op een christelijk tijdstip. Mijn programma Una Voce Particolare is van de buis gehaald. Verdwenen. Een vijfde Mahler van Bernard Haitink komt pas ’s avonds om twaalf uur voorbij. Waarom zo laat? Mag de gewone man of de gewone vrouw, die de volgende ochtend gewoon weer moet buffelen, daar niet naar kijken?’

 

De kijkcijfers. Die zijn dan te laag.
‘De aandacht van de door belastinggeld gesubsidieerde publieke omroep hoort niet bij kijkcijfers te liggen, maar bij het brengen van cultuur!’

 

Je pleit voor een X-factor voor klassieke muziek.
‘Ja. Ik vind dat klassieke muziek aan een nieuw leven toe is. We hebben ons door de happy few een etiquette laten opdringen over hoe wij cantates, symfonieën en aria’s moeten beleven. In gewijde stilte. Denk aan Horowitz, die abrupt stopte met pianospelen als iemand in de zaal per ongeluk kuchte. Wat is dat voor waanzin? Die Horowitz hadden ze een schop onder z’n kont moeten geven, wegwezen jij, gek! Waarom zijn we zo verschrikkelijk heilig bezig? Waarom mogen mensen niet joelen en klappen tijdens een voorstelling? Opera is van oudsher volksmuziek, of zijn we dat vergeten? In de zaal liepen gewoon honden rond. Je rookte een sigaartje, je zat effe bij te kletsen.’

 

Nu wil je klassieke muziek populair maken?
‘Niet populair, nee, toegankelijk. Trek de muziek naar deze tijd toe. Een concertzaal is nu een mausoleum. Komt er een bloedlekker wijf op, en wat heeft ze aan? Oma’s trouwjurk! Waarom? Kom in een leren jasje en zing me van de sokken! Nigel Kennedy speelt viool met een zonnebril en een punkerige hanenkam. Bevalt het je niet? Fuck you! Hij deed niet mee met de stijve elite en werd een wereldsensatie. Vanessa Mae: zelfde verhaal. Naar zulke types ben ik op zoek.’

 

Hoe heb je Rosemarie versierd?’
‘Zingend!’‘Zij danste in het ballet. Haar vriend zei toen al: “Die dikke kijkt steeds naar je.” Die dikke? Die had ze nooit gezien. Tijdens een repetitie is ze in de zaal gaan zitten. Ik zong het laatste duet uit Jevgeni Onegin, een mooie, lyrische opera van Tsjaikovski. Ze huilde. Ze was meteen verkocht.’

 

Wat maakt haar aantrekkelijk?
‘Ze is gewoon prachtig. Ik zat net in een scheiding, dus ik keek om me heen. Mijn eerste vrouw was veel te lief voor me. Dan is de relatie te braaf, te kabbelend. In de liefde moet het voor mij af en toe flink knetteren. Ik zocht toen naar een tijgerin die voor mij wilde vechten. Nou, die heb ik gekregen. Rosemarie en ik zijn karakterologisch enorm aan elkaar gewaagd. We zijn nu 25 jaar samen, en met de jaren wordt ze alleen maar mooier en aantrekkelijker.’

 

Wanneer zat je in zak en as?
‘Nou, enig melodrama is mij niet vreemd. Ik kan met veel fantasie dingen opblazen tot overweldigende proporties. Een paar jaar geleden had ik een echo vanwege een pijntje. Dat ding schoof over mijn buik … Die arts keek zorgelijk. ‘Gaat u maar even zitten.’ Tering! Hij zag iets wat hem niet beviel. Verder kreeg ik niets te horen. Wel verdomme! Had ik leverkanker ofzo? In die tijd had ik net gierende ruzie met Roos. We stonden op scheiden. Moest ik haar dit vertellen? Nee. Ik wilde haar niet gijzelen met mijn angstbeelden. Dan zou ze denken: o, nu gaat hij zielig doen, weet je wel.
‘Ik zat in doodsangst. Dagenlang slecht geslapen. Hoe ga ik dood? Als een angsthaas, jammerend aan een infuus? Kan ik de kinderen nog de kracht geven deze ellende te dragen? Ik, ik, ik. Pathetisch zelfbeklag was het. Ik ben erachter gekomen dat ik een heel klein mannetje ben. Een grap van een man. Da’s niet erg. Goed om te weten van jezelf. Die echo liep trouwens met een sisser af.’

 

En je bent nog steeds geen drama-king.
‘Haha! Een drama-king, als mannelijke variant van een drama-queen, slaat in zo’n geval de boel kort en klein, gaat naar de bank om zijn rekening te plunderen en snuift een overdosis coke. Dat zal ik niet doen. In mijn hóófd ben ik een drama-king.’

 

Mensen om jou heen zouden graag zien dat je dat ‘chronische minderwaardigheidscomplex’ naast je legt.
‘Dat is voor een belangrijk deel al gebeurd. Ik heb meer vertrouwen. Dat ik meetel. Dat ik iets beteken. Dat ik niet inwisselbaar ben. Ik kan mensen bereiken: met mijn stem, met mijn wezen. Ik ben instinctief, leef op mijn gevoel. Ik grijp een popzanger bij zijn nekvel en sleur hem voor een groot orkest: vijfde Mahler, jongen, luister naar de rijkdom. Ik voel me nog steeds niet altijd gemakkelijk tussen echt erudiete mensen, maar ik voel mij wel door hen geaccepteerd. Ik bén nu iemand. Een autoriteit. Dezelfde critici die mij vroeger inpeperden dat ik als popie jopie niets te zoeken had in operahuizen, vragen mij nu om commentaar over de dood van Pavarotti. Raar fenomeen.

‘Alles wat ik nu doe, test ik uit op dat jongetje in mij. Gelooft hij in wat ik doe? Lacht hij? Is hij blij? Dat jongetje staat voor mijn gemoed. De tijd heeft mij grijs gemaakt, de tijd heeft mij over alle kritieken heen getild, tot op de plaats waar ik nu sta. Ik ben zelfs grootvader! En het is bloedgevaarlijk, maar ik laat dat ventje natuurlijk wel aan een viool prutsen en op een fluit blazen. Wat denk jij nou? Als mijn moeder die platen van Callas niet had gekocht, hadden wij hier toch niet gezeten?’

 

Bron: Reader’s Digest Nederland
door: Pieter Webeling

Terug naar het overzicht22 mei 2012 7:23

Reacties(0)

Laat een reactie achter

U moet javascript aan hebben staan om dit formulier te kunnen versturen.